samosa’s
Ongefrituurd, en minstens zo lekker! Deze Indiase snack vul je met verse doperwten en zoete aardappel.
Het deegrecept kun je ook gebruiken om hartige taarten mee te bakken.
ingrediënten :
2 grote (zoete) aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
250 gram verse doperwten (100 gram gedopt)
1 rode ui, fijngesnipperd
1 volle theel garam masala
1 theel komijn
1/8 theel cayennepeper
1/2 theel zeezout
4 eetl citroensap
2 eetl fijngehakte koriander (blad en steeltjes)
water
2 eetl plantaardige olie of ghee
voor het deeg :
2 cup (spelt) bloem
3/4 cup roomboter
1 tl gemalen zeezout
1 ei
3 eetl (schapen) yoghurt
voor de saus :
1/2 cup (schapen) yoghurt
1 volle eetl citroensap
1/2 cup verse koriander
1/2 cup verse munt
bereiding :
1. Maak het deeg. Meng de (spelt) bloem met het zout en kneed er de cocosolie of boter door tot je een kruimelig deeg hebt. Kneed niet te lang, het geeft niet als er nog wat klontjes olie (of boter) in zitten. Klop het ei met de yoghurt tot een gladde saus, en giet het mengsel bij het deeg. Vouw het deeg snel en luchtig in elkaar tot je een samenhangende bal hebt. Verpak de bal in plastic folie en leg hem tenminste 15 minuten in de koelkast om te rusten. Je kunt dit deeg makkelijk ruim van te voren maken, je kunt het zelfs invriezen (maximaal een maand)! Haal het in dat geval de avond voor gebruik uit de vriezer en laat het ontdooien in de koelkast.
2. Maak de vulling. Verhit de cocosolie in een ruime ondiepe pan. Fruit de ui, doe er de aardappelblokjes en 1 kopje water bij, en laat 10 minuten sudderen op laag vuur. Voeg er het citroensap, de kruiden, zout en eventueel nog wat extra water aan toe en laat nog 10 minuten doorsudderen, voeg in de laatste minuten de doperwten toe. De vulling moet niet te nat zijn! Haal van het vuur en roer er de fijngehakte koriander door. Als je de vulling van te voren maakt, voeg de verse koriander dan pas toe op het moment dat je de vulling gaat gebruiken.
3. Verwarm de oven voor op 180 graden.
4. Haal het deeg uit de koelkast, en verdeel het in 8 balletjes. Neem steeds 1 balletje, kneed het nog even goed door en rol het op een met bloem bestoven ondergrond uit tot een ronde lap van meer dan 20 cm doorsnede. Ik gebruik zelf altijd een bakvorm van 20 cm doorsnede om een mooie cirkel uit de lap te kunnen snijden, maar je kunt natuurlijk ook een bord of schaal gebruiken. Snijd de cirkel doormidden. Zo maak je in totaal 16 halve cirkels, en waarschijnlijk hou je nog wel wat deeg over om er nog een paar extra te maken.
5. Vouw elke halve cirkel dubbel en sluit het deeg aan de rechte kant. Doe dit door de ene rechte kant ongeveer een halve centimeter om de andere rechte kant te vouwen en druk het deeg daarna goed samen.
6. Neem steeds een volle eetlepel vulling en vul alle deegzakjes. Sluit ze door het deeg samen te drukken met een vork, gebruik eventueel wat water om de naden te sluiten als het deeg wat is uitgedroogd.
7. Leg de samosa’s op een met bakpapier bekleedde bakplaat en zet ze 25 tot 35 minuten in de oven, tot het deeg mooi goudbruin begint te kleuren.
8. Maak ondertussen de saus. Hak de kruiden fijn, meng het citroensap door de (schapen)yoghurt, meng er ook de kruiden doorheen, en voeg eventueel nog wat extra citroensap, zout en peper naar smaak toe.
9. Haal de samosa’s uit de oven en laat ze nog even afkoelen. Warm zijn ze heerlijk, maar je kunt ze ook bewaren en koud eten. Geniet!
Geen Reacties