Permacultuurtuin Madestein werd eind 2008, begin 2009 ontworpen door Taco Blom en Ishi Crosby en samen met studenten van de toenmalige jaaropleiding Permacultuur aangelegd. Het arme, zanderige stukje grond van 800m2 dat de gemeente Den Haag beschikbaar had gesteld, stelde op het eerste oog niet veel voor, maar was voor Menno Swaak, oprichter van Permacultuurcentrum Den Haag, liefde op het eerste gezicht. Een echte Haagse krachtplek!
Centraal in het ontwerp staat een appelboom met daaromheen een cirkel van wilgen en bessenstruiken, en weer daaromheen een tweede cirkel van wilgen en groentebedden, omzoomd door een meidoornhaag, een rij appelboompjes, een tamme kastanje, een perenboom en duindoorn. Op de hoek van de entree werd een grote kruidenspiraal gebouwd. De wilgen werden aangeplant om de waterhuishouding op pijl te krijgen en werden later gevlochten en verbonden om klimmers als Japanse wijnbes en druif in te leiden. De tuin was en is een typisch voorbeeld van een voedsel-bosrandtuin, waarin op een relatief klein oppervlak maximaal gebruik wordt gemaakt van alle plantlagen.
Madestein werd onderdeel van Stichting Eetbaar Park, waar ook de tuinen in het Zuiderpark, en de tuin op Nut & Genoegen onder vallen. De 3 tuinen worden volgens de principes en ethiek van de permacultuur beheerd: zorg voor de aarde, zorg voor de mens, en eerlijk delen. Maar afhankelijk van locatie, bodem, voorgeschiedenis, mogelijkheden, doel en type tuinman zie je dat elke plek een heel eigen karakter heeft ontwikkeld.
Toen ik in februari 2015 voor het eerst op Madestein kwam en het stokje overgedragen kreeg van Eelke, die er jaren daarvoor tuincoördinator was, was het koud, nat en de tuin vooral kaal. Rachelle, die destijds voorzitter was van de stichting, had laten doorschemeren dat het misschien tijd was om de tuin op Madestein af te stoten. Sinds de aanleg hadden zich al verschillende enthousiastelingen over het paradijsje ontfermd, maar het stond nu eigenlijk al twee jaar onbeheerd uit z’n bol te gaan. Zonder enig idee waar ik nou eigenlijk indook, zei ik tegen Rachelle “Die tuin gaan we niet afstoten!”, en zo geschiedde. Let the games begin.
Met een jaartje ervaring op het Zuiderpark, het transfomeren van onze eigen kleine stadstuin tot eetbare wildernis, en een pakketje Taco-kennis in mijn achterzak, begon het grote avontuur. Tijdens onze kennismaking had Eelke me een korte rondleiding door te tuin gegeven en kreeg ik het verweerde logboek in handen. Ik maakte al snel kennis met een aantal volkstuinders en de mensen van Pluk!, die met hun tuinen aan de permacultuurtuin grenzen. Het weer werd zachter en langzaam kon ik met eigen ogen zien wat er allemaal opkwam.
ALLE VERANDERING STUIT OP WEERSTAND
Twee jaartjes verwaarlozing leek voor de bessenstruiken een zege te zijn geweest, maar de kruidenspiraal had zich ontpopt tot een monsterlijke berg vol gras, munt en brandnetel, waar ik met moeite nog 1 pimpernel en 1 bloedzuring uit wist te vissen. De centrale appelboom was flink gegroeid waardoor de wilgen aan de rand van de eerste cirkel rondom de boom inmiddels op de druplijn van de appelboom stonden, precies daar waar de wortels van de boom het meest actief zijn.
De rij met appelboompjes aan de rand, van oorsprong een kleine soort, was boven de ent gaan wortelen en volledig uit z’n voegen gegroeid. Het was begin maart, ik moest snel handelen. Ik maakte een radicale keuze: 3 boompjes verplaatsen uit de rij, de kruidenspiraal afgraven, 1 van de uit de klauwen gegroeide appelbomen herplanten op de vrijgekomen plek, hieromheen een gilde planten en een zitbank bouwen met de resterende tegels uit de kruidenspiraal.
Daarnaast waren de bedden in de tweede cirkel volkomen verwilderd en wilde ik in ieder geval 1 deel vrijmaken om wat éénjarige groenten in te telen, tot het moment dat we voldoende geld zouden hebben voor de aanschaf van een paar mooie vaste eetbare soorten.
En dat was nog maar het begin.
Mijn aanpak stuitte op veel scepsis en nieuwsgierigheid bij mijn nieuwe buren, maar vooral op veel weerstand bij de Haagse paradijsvogel Habbo, guerrilla-heerser over het achterland (het wilde stuk achter de gemeentelijke mesthoop nog voorbij de permacultuurtuin) en al jaren actief op de volkstuinen en de permacultuurtuin.
MISSIE
Mijn enthousiasme was niet te stoppen, en al snel kreeg ik bijval van Natasja. Wekelijks stonden we samen op de barricade om de tuin nieuw leven in te blazen. Ik wilde de tuin duiden, voelen, snappen, een plek creëren voor íedereen, een educatieve voorbeeldtuin geïnspireerd door de ontwerp principes van de permacultuur. Er kwam een feest, er kwamen planten, er kwam een vijver, een nieuwe ingang, er kwam een zitplek. De wilgen werden gesnoeid, de meidoornhaag verlaagd, de bessen werden gestekt en opgesnoept.
Langzaam raakte ik vergroeid met de tuin. Al mijn dromen werden geprojecteerd op dit kleine stukje aarde en nieuwe dromen ontsproten uit deze magische plek.
HOEDER VAN DE PLEK
‘Mag de verandering zacht zijn?’ vroeg Liane me. Ik vroeg haar langs te komen als sjamaan.
Ons gesprek ging over vrouwelijk leiderschap, over grenzen. Hoe kan ik zijn zonder dat ik mezelf fysiek te zwaar belast? Hoe kan ik begeleiden zodat het mij niet teveel energie kost?
Sommige ingrepen waren behoorlijk invasief geweest. De aanleg van de vijver samen met Taco en een fikse groep studenten, het terugvorderen van het deel dat Habbo had ingenomen. Het is mijn taak hierin vloeiend te blijven, zacht.
Liane liet me inzien dat ik op de tuin spreek námens de tuin. Haar vraag aan mij was:
‘Wat is de betekenis van deze plek?’
DE HONGERIGE STAD
Een permacultuurtuin moet eten genereren. Het is zelfs 1 van de ontwerpprincipes: zorg voor opbrengst.
Toch roepen de holistische aanpak en de schijnbare chaos vaak dezelfde vraag op: kan de permacultuur voeden?
Het ingenomen stuk op Madestein legt dit vraagstuk pijnlijk zichtbaar bloot. Als iets zegt dat het eten produceert, moet dat het ook doen. Onze genen zijn hongerig.
Het is goed om deze discussie rondom de permacultuur aan te gaan. Er is nog zoveel uit te leggen en te ontdekken! Dat de brandnetels gegeten kunnen worden bijvoorbeeld, of hoe belangrijk het is om de bodem bedekt te houden, wat voedingswaarde nou eigenlijk is, en waarom en welke vaste planten we kunnen eten om ons huidige op éénjarige gewassen gebaseerde dieet te vervangen.
PARIADIJS
De centrale appelboom op de tuin werd door Habbo vaak de poort naar de hemel genoemd. Nou is niet zeker dat de appel die Eva plukte ook daadwerkelijk een appel was, maar frappant binnen deze context is het wel.
Ik noemde mijn omgang met Habbo altijd maar ‘sociale permacultuur’. Toen Taco dat hoorde keek hij me guitig aan en zei ‘asociale permacultuur zul je bedoelen’. Habbo maakte het vrijwel onmogelijk voor anderen om van deze tuin te genieten en dat moest veranderen, niet omdat hij geen plek verdient. Rond de tijd dat we de tuin openbraken en de gecomposteerde wal afbraken die Habbo demonstratief had opgetrokken tussen het door hem ingenomen deel en de rest van de permacultuurtuin, kreeg ik onverwacht bericht van Mireille. Mireille was voor mijn tijd jarenlang vrijwilligster geweest op de tuin, maar hield het niet vol. Ze wilde graag weer eens langskomen. De cirkel was rond.
DE HELENDE TUIN
In een tuin, zeker in samenwerking met anderen, kom je alles tegen. Je krijgt antwoorden op vragen waarvan je niet wist dat je ze stelde. Madestein is een helende krachtplek.
Het is de plek waar ik ontdekte wat ik doe. Deze tuin heeft me de mogelijkheid gegeven om de permacultuur te omarmen en toe te passen, en me sterker te verbinden aan de aarde. Werken mét de natuur is pure magie!