Appels & Azijn

24 oktober 2019

‘Goeiemorgen!’ zeg ik nog enigszins opgewekt tegen de man van postuur, zijn kameraden en de goudreinet.
‘Morguh’, drie mannen kijken me meewarig aan.
Ik zie vier paaltjes staan, die het terrein markeren waar hét gat moet komen, precies langs de goudreinet. Moet kunnen, denk ik nog naïef.
‘Kan de boom blijven staan? De appels zijn over dik een maand rijp!’
‘Eh, nee.’ is het korte antwoord. Auwch.
‘Eet je die?!?’ vraagt de benjamin van het stel. En ik denk: jij en ik leven in een hele andere wereld.

Ik wist natuurlijk al langer dat deze dag zou komen, de dag waarop er gaten gegraven zouden worden om archeologisch onderzoek te doen. Dat daar alles voor moet wijken, zelfs bijna rijpe goudreinetten, wist ik ook. Vondsten uit de steentijd, daar hopen ze op. De Noordweg, waar de proeftuin aan ligt, is een van de oudste wegen van Europa, dus dat belooft wat!

SNOEIEN
Anderhalf jaar geleden stonden we nog in de vrieskou met een club permacultuur studenten om de boom een broodnodige knipbeurt te geven. Een knipbeurt die Tacosnoeien om niet meer te hoeven snoeien‘ noemt.
Veel fruitbomen worden doorgaans behoorlijk toegetakeld. Gevolg? De boom raakt zijn top en armen kwijt en gaat voorts volledig stuurloos door het leven. Je kunt een boom veel beter gewoon boom laten zijn. Dat werkt een stuk beter en scheelt een hoop werk.

Fris geknipt en met een piekfijne top, lucht en lange armen stond de boom een kleine anderhalf jaar later te bloeien als nooit te voren. Geen meeldauw dit jaar en prachtige grote vruchten. Ik baal nog steeds van de appels, een goudreinetje uit de oven zou er nu wel ingaan!

Bloesem is altijd maar een paar dagen op zijn allermooist. En dan moet je nog geluk hebben met het weer. Ik snap die gekte wel in Japan. De donzige bloemen, de zachtroze fluwelen blaadjes die langzaam heen en weer wiegen in de flikkerende voorjaarszon, net een sprookje.

APPELGEKTE
Niet alleen achter het woonhuis, maar ook verderop op het proeftuin terrein staan veel appelbomen. Ik gok dat in het verleden bijna elke volkstuinder ooit wel een appel- of pruimenboom in zijn tuin heeft gezet.
De kleinste boom die ik tegenkwam op het terrein stond helemaal achterin, precies waar de kap twee jaar geleden al zou beginnen. Tijdens de Natuurwerkdag hebben we dit jonge zomerappeltje uitgegraven en een nieuwe kans gegeven op de stadsakker aan de andere kant van het terrein.

EEN BEETJE ZUUR
Ik ben voortdurend op zoek geweest naar manieren om de stadsakker te bewaren. Van gedroogde bloemen, ingemaakte potten jam, chutney, nocino en appelazijn, tot de anti motten gagel in de kledingkast, lepels en zelfs een krukje uit de stam van een grote rechte es. Maar het afscheid blijft zuur smaken.
Gelukkig is zuur ook best gezond!

APPELAZIJN
Appelazijn is mijn favoriete ‘go to’ voor menig kwaaltje. Huisgemaakte ongepasteuriseerde appelazijn zit barstensvol levende bacteriestammen om je darmen flink mee op te krikken. Bovendien is de smaak niet te vergelijken met de appelazijn uit de winkel, gepasteuriseerd of niet. In de keuken gebruik ik de vloeibare probiotica vooral in dressings of om een shrub mee te maken, de smaak is wrang, zoet en zuur.
Appelazijn kun je natuurlijk maken van hele appels, maar ook van de resten. Van schillen, van klokhuizen, kortom van alles wat er overblijft na het bakken van een lekkere appeltaart of het maken van compote. Supergezond dus én no waste!

appelazijn
ingrediënten :
ongeveer 1 kilo biologische appelresten, ’t liefst van verschillende soorten appels
4 eetl biologische (riet) suiker
1 liter gefilterd water
een grote glazen pot met een wijde hals
kaasdoek en een dik elastiek
verzwaringsstenen
een scheut ongepasteuriseerde biologische appelazijn (optioneel)

bereiding :
1. Steriliseer je glazen pot. Ik kook mijn potten altijd 10 minuten uit in een grote soeppan met een theedoek op de bodem om te voorkomen dat ze stuk dansen. Laat de pot op zijn kop uitlekken op een schone theedoek.
2. Vul je pot voor driekwart met appelschillen en klokhuizen.
3. Los de suiker op in het water. Je kunt het water wat verwarmen, maar laat het wel eerst weer goed afkoelen voor je het over je appelresten giet.
4. Giet het suikerwater over de appelresten en zorg dat ze helemaal onder staan. Heb je aan 1 liter niet genoeg, maak dan een beetje bij. Als je ongepasteuriseerde appelazijn in huis hebt, kun je daar een scheutje van toevoegen aan je mengsel om het fermentatieproces wat te versnellen.
5. Leg de verzwaringsstenen op de resten, druk goed aan en verwijder naar boven drijvende stukjes appel. Appelresten die met lucht in aanraking komen kunnen gaan schimmelen. *
6. Dek de pot af met een stuk kaasdoek en sluit af met een stevig elastiek. Je wilt voorkomen dat er fruitvliegjes bij je azijn kunnen komen. **
7. Zet de pot twee tot drie weken donker weg bij kamertemperatuur. Kijk elke paar dagen even of er geen stukjes appel zijn komen bovendrijven. Je zult zien dat er na wat gebubbel langzaamaan een schuimig laagje op je azijn komt te liggen, dat is een goed teken! *
8. Na ongeveer drie weken zeef je de azijn door een schoon stuk kaasdoek of een fijne zeef. Alle uitgezeefde appelresten kunnen gewoon op de composthoop. Giet de gezeefde azijn over in een schone pot met een wijde hals, dek hem af met een schoon stuk kaasdoek en sluit af met een stevig elastiek.
9. Zet de azijn opnieuw donker weg bij kamertemperatuur. En nu is het wachten! Afhankelijk van de temperatuur in huis, de soorten appels die je hebt gebruikt en gebruik van een starter duurt het vier weken tot soms enkele maanden voor je azijn klaar is. Wals de pot azijn elke paar dagen licht en proef af en toe of je azijn al klaar is. Smaken verschillen! Hoe langer de azijn staat, hoe zuurder hij wordt.
10. Wanner de azijn de juiste smaak heeft bereikt, giet je hem over in afsluitbare flessen en kun je hem gaan gebruiken. Bewaar de flessen op een donkere, koele plek.


WAT JE TEGEN KUNT KOMEN & TIPS
* Schimmel. Da’s niet zo fijn. Want dat betekent einde oefening. Hoe je schimmel onderscheidt van het gezonde schuimlaagje, dat in het begin van het fermentatieproces ontstaat? Schimmel is duidelijk wit of groen van kleur, soms pluizig en vaak vast van structuur. Het schuimige laagje is wat troebel en … schuimig. Bij twijfel: altijd weggooien.

** Fruitvliegjes! Fruitvliegjes zijn gek op appelazijn. Zorg dat er echt geen kiertjes zitten tussen kaasdoek en pot, fruitvliegjes zullen door de kleinste openingen kruipen om bij je azijn te komen! Gebruik desnoods meerdere elastieken.

Een moeder! Wat? Een dikke rubberachtige laag op je azijn. Je kent het misschien wel van kombucha. Het is een gezellige zwam vol met gezonde bacteriën, die als een plakkaat bovenin je azijn kan komen drijven, yum! Zodra de azijn klaar is, bewaar ik de moeder altijd in een eigen afgesloten potje met zelfgemaakte appelazijn, handig om een volgende batch mee te starten!

Zorg altijd dat al het gereedschap dat je gebruikt goed schoon is, je wilt ervoor zorgen dat alleen de goede bacteriën de kans krijgen om zich te vestigen.

Ik maak altijd azijn op het moment dat ik appels inmaak, wat betekent dat ik in een keer heel veel schillen en klokhuizen voor handen heb. Heb jij dat niet, bewaar dan steeds kleine hoeveelheden schillen en klokhuizen in je vriezer tot je voldoende hebt voor een flink gevulde pot.

In dit recept gebruik je suiker. De suiker is nodig om de goede bacteriën mee te voeden. De meeste suiker, of misschien wel alle suiker, verdwijnt tijdens de fermentatie. Wil je liever honing gebruiken? Dat kan, maar het schijnt minder goed te werken en het proces duurt langer.

Dit Vind Je Misschien Ook Leuk

Geen Reacties

Laat hier een berichtje achter