Het ziet er wel een beetje gek uit. Met je vuilniszak in de Scheveningse Bosjes vriendelijk glimlachen naar de nette buurtbewoners. Maar bladcompost is puur goud, en daar kan geen schaamte tegenop!
Van bladeren maak je heel eenvoudig en snel compost. Op Permacultuurtuin Madestein hebben we een flinke hoop verzameld achter de meidoornhaag waar het blad makkelijk kan verteren. Met een bladkorf van kippengaas kun je de bladeren mooi bij elkaar houden. Maar ook zonder zoveel ruimte kun je je eigen compost maken.
Verzamel blad, en doe de bladeren in een grote vuilniszak. Als je bladeren nog wat droog zijn, maak je ze een beetje nat. Bladeren van eik en beuk zijn minder geschikt voor je snelle compost, omdat ze veel langer nodig hebben om te verteren, tot wel 3 jaar (je kunt het eigenlijk al voelen als je ze tussen je vingers wrijft, ze zijn wat leerachtig). Bind de zak dicht en prik er wat gaatjes in. Zet hem weg, en in het voorjaar heb je prachtige bladcompost!
Maar waarom al die moeite?
Onze Hollandse bodem wordt steeds armer, dat is een feit. Na jarenlange uitputting door intensieve conventionele landbouw, monocultuur en het gebruik van kunstmest, is de bodem wel zo’n beetje leeg. De spruitjes die je deze winter eet, zijn daarom lang niet meer zo gezond als de spruiten die je oma vroeger at. Om het simpel te houden: het is een balans tussen nemen en geven. Voor elke kilo oogst die jij mee naar huis neemt, zal je compost – eten voor de bodem – móeten aanvoeren (hier zijn trouwens prachtige rekentabellen voor!).
Hoewel bladeren niet direct heel rijk aan nutriënten zijn, is het een prachtig middel om broodnodig organisch materiaal aan je bodem toe te voegen. Organisch materiaal trekt bodemleven aan, verhoogt het humusgehalte, en dat houdt op zijn beurt weer vocht vast. Een laagje bladcompost in het voorjaar zorgt ervoor dat je bodem bedekt is, dat de grond niet uitdroogt, en onkruid minder snel kiemt! In de winter kun je je bladeren natuurlijk ook gebruiken om je meest kwetsbare planten tegen vorst te beschermen.
Achterin de tuin, naast de reguliere composthoop, staat een prachtige tamme kastanje. De kastanjes zijn vrij plat, maar net zo lekker als zijn dikkere broertjes. Onder de kastanjeboom groeit er weinig, de grond is rul en zit vol met bodemleven.
En het blad? Laat ik lekker liggen.
crème de marron
ingrediënten :
500 gram tamme kastanjes (ongepeld)
400 ml (ongezoete) amandelmelk
50 ml maple syrup
1/2 theel vanillepoeder (of 2 vanillestokjes)
bereiding :
1. Verwarm je oven voor op 200 graden.
2. Snijd de kastanjes kruislings in met een scherp mes. Zet ze net onder water en breng ze aan de kook. Kook de kastanjes 2 minuten en giet ze af.
3. Stort je kastanjes direct op een bakplaat, en zet ze 7 minuten in de oven (oudere kastanjes hebben iets langer nodig). Zet ondertussen een kom klaar met een theedoek erin.
4. Na 7 minuten stort je de kastanjes in je kom en pak je de gepofte kastanjes goed in, zo blijven ze lekker warm en zijn ze makkelijker te pellen.
5. Pel de kastanjes en hak ze grof. Kook ze vervolgens 10 minuten in de melk met de siroop en vanille. Pureer de crème!
TIP Heerlijk op een boekweitpannenkoek!
Geen Reacties