Daar sta ik dan. Zonder tuin.
We zijn verhuisd en mijn paradijs is veranderd in 2 balkons en een hele sloot nieuwe uitdagingen.
Net nu ik ’t idee kreeg dat ik ’t een klein beetje, maar dan ook echt een héél klein beetje, begon te snappen. De bodem.
Waarom de kolen zijn mislukt, waarom de venkel is gaan schieten en waarom de bieten zo vreselijk klein zijn gebleven …
Suf gepiekerd op gildes en vol enthousiasme smeet ik éénjarigen en vaste planten lekker door mekaar. De ogenschijnlijk briljante combinaties van snijbiet, venkel, rabarber, cosmea en aardbeien … (?!?!), de daarop afstormende slakkenpopulatie en Taco, die me bruut wakker schudden: ‘Je bodem is verstoord!’. En dat de uit de kluiten gewassen conifeer van de buurman, die samen met alle andere bomen in en om mijn ommuurde stadstuintje voor een flinke partij wortels, zure grond en meer schimmels in de bodem zorgden dan een bietje lief is, daar niet bij hielp, kwam daar nog eens bovenop.
Gelukkig weet ik nu dat er zoiets bestaat als successie, een natuurlijke opeenvolging van ecosystemen. Of grof gezegd: de duinen veranderen langzaam in een beukenbos, er volgt een ramp, en alles begint weer van voren af aan. Door die successie te versnellen kun je de voedselproductie van je systeem weliswaar vergroten, maar aardappels telen in een beukenbos … gaat echt niet lukken.
Misschien was het gewoon al af. Had ik naast mijn vaste eetbare planten in de tuin nog wat éénjarigen kunnen telen in aparte bakken en potten, maar viel er verder niets meer te doen behalve genieten, oogsten, kijken, en nog meer genieten. Van een klein eetbaar paradijs waar ik met een kop thee in mijn hand kon ontdekken dat op de bossen wilde rucola andere bijen afkomen dan op het weelderige komkommerkruid, en dat ik vorig jaar meer verschillende hommelsoorten op die paar vierkante meter heb gezien dan in de afgelopen ruim 40 jaar bij mekaar. DAT HET WERKT, en dat er weinig dingen zijn op deze aarde waar ik zó blij van word als leven, puur leven, dat zich zo voor je snufferd ontvouwt.
Al mijn idiote experimenten waren stuk voor stuk leerzaam. Het mini hügelbed dat niet werkte (uitspoeling, uitdroging, te veel hout, en … waarom eigenlijk??). De knoflooktenen die afgelopen januari de grond ingingen omdat het zo’n milde winter was … En dat allemaal onder het motto ‘niet geschoten altijd mis’.
Een jaar rond de bodem bedekt houden. Met phacelia en boekweit als levende mulch, en met iets dat Taco gekscherend mijn natte kleffe zooi noemde (de inhoud van ons voormalige compostvat). Het vervangen van bijna al het gras met luzerne om met zijn diepe wortels de grond onder het oude stukje dichtgeslagen grond los te maken, de wilde rucola, en de paardebloem die massaal opkwam om daarbij een handje te helpen. Alle kikkertjes, libellen, duizenden insecten en vogels, de padden, en hun romantische avonturen bij ons in de slaapkamer (parende padden onder je bed vinden is op z’n vriendelijkst gezegd ‘vrij apart’). Met als kers op de taart het opkomen van brandnetel, van jacobskruid, van spontane wilde planten die allemaal massaal leken te zeggen: ‘Goed bezig!’.
De tuin groeide en bloeide als nooit te voren en even leek het allemaal zo simpel te zijn. Je hoeft alleen maar écht te kijken en te luisteren, met onder je voeten een gigantisch bodemvoedselweb dat pulseert en leeft.
Maar! Hoe staat het met jouw eigen flora en fauna?! Zorg voor balans en creëer met wat je eet een gezonde zuurtegraad waarin goede bacteriën kunnen floreren! Zorg voor je darmen!
Dankzij een paar spartaanse jaren weet ik nu gelukkig hoe écht eten smaakt, eten zonder pesticiden, zonder suikers, zonder toevoegingen, zonder gluten, zonder behoefte aan 95% van de producten waar de gemiddelde supermarkt vol mee staat. Maar wat eten betreft is het voor mij echt tijd om de teugels weer wat te laten vieren.
En daar sta ik dan. Met mijn lossere teugels en een brede grijns op 4 hoog in de wind met een zelf gebouwde bak voor mijn zelf gestekte vijg, die hier naast de verveine en rozemarijn helemaal uit z’n dak staat te gaan. Naast de meeverhuisde aalbessen stek is er spontaan boekweit opgekomen, en over het balkon kruipen her en der nog een wat verdwaalde slakken rond. Ik heb 5 verschillende soorten tomaat staan, 2 pompoenen, rabarber, bosaardbei en kruiden, en zelfs de groene asperge vindt het allemaal best. Dit huis en deze balkons vragen om nóg meer creativiteit, en de honger naar grond wordt er alleen maar groter van!
En nu? Veeg ik een laatste traan weg, neem een hap ijs, en denk : “Bring It On!”.
aardbeien chocolade ijs
ingrediënten :
200 ml slagroom
300 ml volle melk (ik gebruik meestal geiten- of schapenmelk)
1/4 theel vanillepoeder (of 1 vanillestokje)
3 eidooiers
3 eetl honing
20 gr cacao nibs
30 gr cacaoboter
350 – 400 gr aardbeien, schoongemaakt en grofgehakt
bereiding :
1. Verhit de slagroom met de melk en het vanillepoeder. Roer rustig en zorg dat het mengsel niet kookt. Draai het vuur uit zodra je stoom ziet en de room aan de zijkant van je pannetje begint op te borrelen. Laat de room 20 minuten staan, en roer af en toe door om te voorkomen dat er een vel op komt.
2. Klop de dooiers met de honing tot een romig mengsel. Giet er al kloppend langzaam de room bij. Giet het geheel terug in de pan, en verwarm. Roer met een houten lepel tot de room dikker wordt en aan de achterkant van je lepel blijft plakken, dit duurt ongeveer 10 minuten.
3. Giet het mengsel over in een schaal, laat het afkoelen, dek het af, en zet het tenminste een uur in de koelkast.
4. Smelt de cacaoboter au bain marie en spreidt het uit over een stuk bakpapier, maak een laagje van een paar millimeter dik. Laat het even afkoelen, en zet het in de koelkast tot het weer helemaal hard is geworden. Breek de plak in kleine stukjes.
5. Pureer de aardbeien grof, en roer 2/3 van de aardbeienpuree, de cacao nibs en cacaoboter door de vanilleroom.
6. Heb je een ijsmachine, volg dan de instructies van je machine. Schep het ijs in een bak of vorm en roer er het laatste deel van de aardbeienpuree door. Ik vind het ijs ’t lekkerst als het zo uit de machine komt, maar je kunt het natuurlijk ook in een afgesloten bak in de vriezer bewaren. Heb je geen machine, zet je ijs dan zo in de vriezer en roer het de eerste paar uur tenminste 1 keer per uur om, om kristalvorming te voorkomen!
psst … wil je je ijs voller maken? gebruik dan een extra dooier! ben je een echte zoetekauw? voeg een extra eetlepel honing toe en sprenkel wat kokosbloesemsuiker over je gesmolten cacaoboter!
Geen Reacties